Uitwerking opvoedkundig beleid

Kids’ Companion bereikt de door haar gestelde doelen door:

  1. de keuze voor verticale groepen, inrichting, sfeer en actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid;
  2. het bevorderen van de sociale omgang van de kinderen onderling;
  3. het stellen van duidelijke regels en het overbrengen van waarden en (gedrags-)normen;
  4. activiteiten ten behoeve van de ontwikkeling op emotioneel, sociaal, motorisch, taal, cognitief en creatief gebied, afgestemd op de capaciteiten van ieder kind afzonderlijk alsmede het structureel volgen van het kind in zijn/haar ontwikkeling.

Verticale groepen, inrichting, dagindeling

De kinderdagverblijven van Kids’ Companion BV werken met verticale groepen. Een verticale groep bestaat uit maximaal 16 kinderen, variërend van 10 weken tot 4 jaar, onder leiding van gekwalificeerde, professionele beroepskrachten. De beroepskrachtkindratio voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden, mede vastgelegd in de Wet Kinderopvang, de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, het Convenant Kwaliteit kinderopvang en de CAO kinderopvang.

In een verticale groep leren kinderen rekening houden met elkaar, leren van elkaar, leren zorgen voor elkaar, kunnen een hechte band opbouwen met andere kinderen in de groep.

Door het hanteren van een vaste dagindeling met terugkerende rituelen, waarin ook aandacht besteed wordt aan de seizoenen, jaarfeesten en diverse thema’s begrijpen kinderen het wat, wanneer, hoe en waarom van de activiteiten die aangeboden worden. Zij ontlenen ook daaraan een gevoel van emotionele veiligheid. Er wordt naar gestreefd iedere dag aan te bieden:

  • muzikale activiteiten
  • creatieve activiteiten
  • spelactiviteiten en vrij spel
  • voorlezen en zelf ‘lezen’

Uiteraard wordt ook bij een vaste dagindeling voldoende ruimte geboden voor vrij spel en eigen initiatief van de kinderen.

De groepsruimte straalt een rustige sfeer uit. Er worden bij de inrichting en aankleding zachte kleuren gebruikt en zoveel mogelijk natuurlijke materialen. Het beschikbare spel- en knutselmateriaal wordt periodiek rondom het dan geldende seizoen of thema aangeboden.
Een adequaat veiligheids- en gezondheidsbeleid zorgt voor het fysieke gevoel van veiligheid voor de kinderen.

Bevordering sociale omgang kinderen onderling

Een verticale groep is bij uitstek geschikt om de sociale omgang van de kinderen onderling te bevorderen, zowel tussen kinderen van gelijke leeftijd als tussen jongere en oudere kinderen in de groep. Kinderen worden betrokken bij de zorg voor de allerkleinsten: leren hoe kwetsbaar deze kinderen zijn en hoe voorzichtig ermee omgegaan moet worden. Consequenties van het gedrag (zowel positief als negatief) worden aan het kind
duidelijk en kinderen wordt geleerd om op een constructieve wijze conflicten op te lossen. Met behulp van kringspelletjes leren kinderen hoe andere kinderen te benaderen en met gezelschapsspellen worden kinderen gestimuleerd met andere kinderen te spelen. Kinderen die thuis de jongste zijn, worden op een verticale groep vanzelf een keer “de oudste” met de eigen “verantwoordelijkheden” die bij oudere kinderen horen.

Introverte en verlegen kinderen kunnen soms makkelijker omgaan met jongere kinderen dan met kinderen van dezelfde leeftijd; in een verticale groep (waar ook het competitie-element ontbreekt) voelen deze kinderen zich dan snel veilig en vanuit die veiligheid durven ze steeds meer.

Duidelijke regels, overbrengen van waarden en normen

De leidster neemt de kinderen serieus en geeft ze verantwoordelijkheid. Ze vermijdt onnodige bemoeizucht en straalt overwicht en rust uit. De leidster draagt bij aan een levendige groep met veel sociale contacten tussen de kinderen onderling. De leidster bedenkt thema’s, legt
accenten en doet actief mee met voorkomende activiteiten.
De leidster toont respect voor de kinderen en voor collega’s en geeft het goede voorbeeld, zowel in gebruik van taal, eet- en drinkgewoontes, kleding, aanspreekvormen, etc..
De leidster houdt – waar mogelijk – rekening met culturele gewoontes en rituelen van het kind.
De leidster is zich bewust van haar voorbeeldfunctie, toont een professionele houding en laat zich niet meeslepen door emoties.
De leidster stimuleert kinderen elkaar te accepteren zoals ze zijn, spreekt duidelijke en eenduidige regels af en volgt deze consequent.
De leidster spreekt niet over (familie van) kinderen noch over collega’s waar kinderen bij zijn.
Kinderen wordt duidelijk gemaakt elkaar geen pijn te doen of anderszins te kwetsen, zo mogelijk wordt de consequentie van het gedrag (zowel positief als negatief) aan het kind duidelijk gemaakt en geleerd om op een constructieve wijze conflicten op te lossen.
Het is belangrijk om jonge kinderen te begeleiden in hun bewustwording en hen te leren hoe ze hun eigen grenzen kunnen aangeven. Het kinderdagverblijf is een veilige plek om dit te oefenen. Bij Madelief wordt hier daarom spelenderwijs aandacht besteedt.

Kinderen wordt enerzijds geleerd hoe ze kunnen zeggen/laten merken wat ze wel en niet fijn vinden in de omgang met andere kinderen, leidsters en andere volwassenen.
Anderzijds leren de kinderen, dat anderen het niet altijd prettig vinden om aangeraakt te worden, ook niet voor een knuffel of een aai. Als een kind laat blijken het niet prettig te vinden aangeraakt te worden, dan moet dat gerespecteerd worden. Het kind dat de knuffel of aai wil geven, wordt uitgelegd dat het lief bedoeld is, maar niet op dat moment, bij dat kind.

Ook de leidsters zelf zijn gehouden aan de normen en waarden van het bedrijf. Deze zijn opgenomen in de Beroepscode Kids’ Companion BV, onderdeel van de Arbeids- en Bedrijfsregels Kids’ Companion BV. De beroepskrachten spreken elkaar onderling aan op handelen en taalgebruik wanneer dat niet strookt met de normen en waarden van Kids’ Companion BV (begrip “Paarse Puntmuts”: mocht een dergelijke situatie zic
h voordoen, dan gebruikt de collega de term “Paarse Puntmuts” om de betreffende medewerker op het gedrag of taal te attenderen; op een later moment wordt hier dan op teruggekomen in een teamoverleg, individueel gesprek en/of functioneringsgesprek.  Mocht een ouder/verzorgende zich schuldig maken aan grensoverschrijdend gedrag, dan wordt hij/zij daar op een correcte manier op aangesproken. Het voorval wordt gemeld aan de directeur. Zo nodig wordt door de directeur aanvullende actie ondernomen. Indien van toepassing wordt de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling gevolgd.

Activiteiten ten behoeve van de ontwikkeling

EvenwichtsbalkDe leidster biedt mogelijkheden tot ontwikkeling op emotioneel, sociaal, motorisch, taal, cognitief, creatief en muzikaal gebied, afgestemd op de capaciteiten van ieder kind afzonderlijk en volgt het kind structureel in zijn/haar ontwikkeling. Bij de kinderdagverblijven van Kids’ Companion worden verschillende activiteiten aangeboden met verschillende doelen:.
De activiteiten zijn gericht op:

  • het stimuleren van de sociale omgang en het groepsgevoel;
  • het bevorderen van de taal- en spraakontwikkeling
  • het aanleren en verbeteren van de motoriek;
  • het bevorderen van de cognitieve ontwikkeling;
  • het bevorderen van de zelfstandigheid;
  • het vergroten van de materiaalkennis;
  • het duidelijk maken van regels en grenzen;
  • het bevorderen van zorgvaardigheden.

De activiteiten worden vaak uitgevoerd naar aanleiding van een thema, verhaal of feest.

Zodra het weer het toelaat, spelen de kinderen buiten. Volledig in lijn met de kleinschaligheid Madelief beschikt het kinderdagverblijf over een buitenspeelruimte die voldoende speel- en ontwikkelingsruimte biedt aan kinderen, maar niet zo groot is, dat kinderen zich er verloren en daardoor niet veilig voelen. De buitenruimte is overzichtelijk, grenst direct aan het kinderdagverblijf en is afgesloten met een hek. De kinderen kunnen klimmen en kruipen, er is veel rijdend speelgoed, afgestemd op de verschillende leeftijdsgroepen en ’s zomers wordt met een zandtafel en watertafel gespeeld. Ook buiten worden gerichte aktiviteiten (gym en spel) aangeboden, maar wordt tevens ruimte gegeven voor vrij spel van de kinderen.
Volgen van de ontwikkeling van kinderen

Sinds de invoering van de wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) in 2018 heeft ieder kind bij de kinderdagverblijven van Kids’ Companion BV een mentor.

De mentor vormt het eerste aanspreekpunt voor de ouders op gebied van zorg, begeleiding en ontwikkeling van het kind en is een van de vaste gezichten voor het kind.
De mentor draagt er zorg voor dat de afspraken met ouders op gebied van zorg, begeleiding en ontwikkeling duidelijk en eenduidig worden doorgegeven aan de andere leidsters op de groep.
De mentor voert het intake-gesprek met de ouders (dit wordt bij de uitnodiging voor de intake aan de ouders kenbaar gemaakt), het gesprek bij overgang naar de basisschool en eventuele tussentijdse gesprekken (afgezien van de overdrachtsgesprekken aan het begin en einde van de dag zijn er geen vaste momenten voor tussentijdse gesprekken: tussentijdse gesprekken vinden plaats zodra de mentor dit noodzakelijk acht danwel de ouders hieraan behoefte hebben).
Gezien de kleinschaligheid van de locaties van Kids’ Companion BV en de positie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de locatiemanager/leidinggevende van de respectievelijke locaties wordt voor alle kinderen de rol van mentor ingevuld door de locatiemanager/leidinggevende van de betreffende locatie.

De leidsters delen de opvoeding met de ouders en dit vergt veel overleg en afstemming. Bij ontvangst van de kinderen ’s ochtends wordt daarom aan ouders gevraagd of er nog bijzonderheden zijn (geweest) met het kind. Eventuele bijzonderheden worden aangetekend op de daglijst
zodat deze informatie ook voor collega-leidsters beschikbaar is.
Aan het einde van de dag worden de ouders geïnformeerd over de gebeurtenissen van die dag, alsmede eventuele bijzonderheden en aandachtspunten. Naast deze dagelijkse uitwisseling van belevenissen en eventuele bijzonderheden tijdens het brengen en halen, worden wekelijks door de leidsters de ontwikkelingen, vorderingen en gebeurtenissen bij het kinderdagverblijf in het “dagboek” van ieder kind opgeschreven, zodat dit ook later nog een dierbare herinnering is.

Gedurende de tijd dat een kind op een kinderdagverblijf van Kids’ Companion BV is, wordt zijn/haar ontwikkeling gevolgd, waarbij het er niet om gaat of een kind “achter loopt” in de ontwikkeling (deze vraag is subjectief: een kind kan op een aantal punten “achter lopen” terwijl het op andere terreinen al wel veel kan), maar om een antwoord te vinden op de volgende vragen:

  • heeft het kind het naar de zin
  • waar is een kind mee bezig,
  • met wie of wat speelt het graag,
  • waar liggen de talenten van het kind (momentopname).

De introductie van het begrip “mentor” staat los staat van het feit dat alle leidsters bij Kids’ Companion BV geacht worden alle kinderen te kennen, te volgen en te begeleiden in hun ontwikkeling.
Het volgen van de ontwikkeling gebeurt door goed observeren door alle leidsters: waarnemen, kijken wat er gebeurt (zonder er een oordeel over te vellen of te interpreteren) en registreren, zodat een duidelijk beeld ontstaat van de ontwikkeling van het kind op verschillende momenten. Als leidraad hierbij dient de publicatie “Kijk op ontwikkeling in de voorschoolse voorzieningen” van SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling), het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.

Wanneer de leidsters, op grond van hun ervaring, bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind vermoeden, bijvoorbeeld omdat een kind zich gedurende langere tijd opvallend gedraagt (agressief, of juist stil en teruggetrokken), dan wordt dit overlegd met de mentor.
Vervolgens wordt de juiste aanpak bepaald, zo nodig wordt door de mentor een apart gesprek gevoerd met de ouders, evt. worden de ouders door de mentor van het kind doorverwezen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.
Alle leidsters worden geacht hun vakkennis op dit gebied doorlopend op peil en actueel te houden. In het reguliere teamoverleg is dit derhalve een regelmatig terugkerend onderwerp waarbij casussen (al dan niet fictief) besproken worden; tevens maakt dit structureel deel uit van functionerings-/beoordelingsgesprekken.
Indien en zodra daar behoefte aan of noodzaak toe bestaat (op initiatief van de leidster danwel naar de mening van de leiding) wordt aanvullende coaching-on-the-job, opleiding, cursus en/of vakliteratuur aangeboden.

Van ieder kind bij een kinderdagverblijf van Kids’ Companion BV wordt door de mentor op de leeftijd van 3 jaar en 8 maanden een verslag geschreven. In dit verslag komen verschillende aspecten van de ontwikkeling van het kind aan de orde: sociaal-emotioneel, cognitief, motorisch en verbale/non-verbale communicatie. Dit verslag wordt door de mentor besproken met de ouders vanaf drie maanden voordat het kind naar de basisschool gaat. In dit gesprek wordt tevens aangegeven of er aandachtspunten zijn, die de toekomstige leerkracht van het kind moet weten om het kind een zo goed mogelijke start te geven.